Help de particuliere verhuur

Amsterdam heeft een probleem: er zijn te weinig huurwoningen in het middensegment. Daarom vraagt de gemeente bouwers een lagere grondprijs in ruil voor huurprijzen tussen de € 710 en € 1.000 euro. Die steun is vergelijkbaar met de steun die corporaties krijgen. Ook corporaties krijgen een lagere grondprijs mits ze de huren onder de € 710 houden. Zo’n korting op de grondprijs heet staatsteun.

Maar nu heeft Amsterdam iets bijzonders. Maar liefst 20% van de woningen is nu al particuliere verhuur. Ik denk niet dat er een stad is waar zo veel particuliere verhuur is. Elke keer als zo’n woning leeg komt, wordt de huurprijs verhoogd tot boven de € 1.000,-. Zo verdwijnt er in sneltreinvaart een flink deel van de betaalbare huurvoorraad. Dat zou niet erg zijn als daarvoor aanbod in het middensegment terugkomt. Maar dat is niet zo, deze huurprijzen exploderen. Jammer toch?

We gaan nu dus staatssteun geven aan particuliere beleggers in de nieuwbouw en geven de particuliere eigenaren van 20% van de Amsterdamse woningen de kans om binnen te lopen. Is dat slim? Natuurlijk niet. Willen we echt het middensegment uitbreiden, dan is het effectiever om de bestaande particuliere voorraad te behouden voor het middensegment. Dat kan bijvoorbeeld door voor de metropoolregio Amsterdam de liberalisatiegrens op te trekken naar € 1.000,-. Particulieren kunnen dan vrijkomende woningen meestal maar tot deze grens verhogen. Zo kunnen particuliere verhuurders toch flink meer verdienen. En Amsterdam krijgt snel een groot middensegment. Dat is goed voor de doorstroming uit corporatiewoningen. En dan is die staatssteun voor de particuliere nieuwbouw wellicht ook niet meer nodig. Simpel toch?