Familiebouwbedrijven zijn socialer en duurzamer dan beursgenoteerde bouwbedrijven. Dat bleek recent bij een aanbesteding van Dudok Wonen onder 36 bouwbedrijven. Is dit een verbazingwekkende uitkomst? Ik denk het niet.
Beursgenoteerde bedrijven besteden namelijk veel aandacht aan aandeelhouderswaarde. Er wordt gestuurd op het behalen van rendement op de korte termijn. Familiebedrijven werken meestal vanuit een lange termijn visie. Instandhouding van het bedrijf staat daar centraler dan het behalen van korte termijn resultaten. Dat kan merkbaar zijn in de wijze waarop wordt samengewerkt in projecten, en dat is nu zichtbaar geworden in een aanbestedingsselectie.
Familiebouwbedrijven hebben dus iets gemeen met corporaties: ze opereren beide vanuit een lange termijn perspectief. Daarentegen streven ze weer andere doelen na. Een corporatie is immers een non-profit organisatie waarbij gemaakte winsten in het bedrijf blijven. Winsten worden besteed aan de sociale doelen. Dat is uiteindelijk niet het doel van familiebouwbedrijven. Bij hen staat het verhogen van het profijt voor de familie uiteindelijk toch centraal.
Ik hou altijd van schema’s dus toen ik dat gegeven in een schema zette, bleef één vakje leeg. In dat lege vakje paste de gemeente. Een gemeente is net als een corporatie, een non-profit organisatie. Maar een gemeente is veel meer op de korte termijn georiënteerd dan een corporatie. Een gemeentebestuur moet binnen vier jaar scoren. Want na vier jaar wordt elke politieke partij afgerekend door haar kiezers.
Grappig om te zien dat er dus een overeenkomst is tussen een beursgenoteerd bedrijf en een gemeente. Een beursgenoteerd bedrijf gaat voor aandeelhouderswaarde; de politiek gaat voor kiezerswaarde. Beide waardes zorgen voor een korte termijn oriëntatie.
Wat zegt dit schema nog meer? Dat zou ik niet weten, maar misschien weet u het? Wij gaan nu maar eerst aan de slag met de geselecteerde familiebedrijven: samen werken aan een duurzaam vitale regio.