Mogen volkshuisvesters ook vrolijk zijn?

Zelden was er zo veel emotie op ons kantoor. Mensen vallen elkaar snikkend in de armen, van blijdschap of verdriet. Het verschil wordt bepaald door het lot. Het lot bepaalt of men een woning kan kopen. Teleurstelling voor de mensen die niet zijn ingeloot; een nieuw perspectief voor de mensen die met steun van Dudok Wonen een woning kunnen kopen. Vol trots constateer ik dat we naast huurderscorporatie ook steeds meer een koperscorporatie zijn.

Maar de blijdschap van de bewoners staat in schril contrast tot een aantal reacties die we vanuit de volkshuisvesting krijgen. Niet gehinderd door enige kennis van ons verdienmodel, worden we beschuldigd van potverteren. Ik zie mailtjes langskomen van andere corporaties waarvan ik het schaamrood op mijn kaken krijg. De Woonbond tettert zonder enige gêne in de camera dat corporatiegeld er uitsluitend is voor huurders.

Enigszins ontredderd lees ik de nieuwe Woningwet er nog eens op na. Daar staat toch echt dat koopwoningen een kerntaak vormen voor corporaties. Vervolgens ga ik nog maar eens de statuten van de Woonbond lezen. En ja, daar staat in artikel 2 zwart op wit dat de Woonbond ook de belangen behartigt van mensen in die gebruik maken van onze betaalbare koopprodukten.

Waar komt die boosheid toch vandaan? Mag een corporatie er niet zijn voor mensen die liever kopen dan huren? Mag een corporatie geen onderscheidende missie hebben? Gelukkig bedenk ik dat er ook veel steun binnenkomt van andere corporaties en gemeentebestuurders. En dat veel Nederlanders ons bellen met de vraag welke corporatie in hun regio ook zoiets doet. Glimlachend denk ik aan een recente uitspraak van Pieter Winsemius. Hij stelt dat cynische mensen de wereld nog nooit hebben verbeterd. Zo’n uitspraak geeft troost en maakt weer vrolijk. We gaan gewoon weer aan de slag!