We moeten meer bouwen. Corporaties en ontwikkelaars zoeken naar lokaties en verdienmodellen. Bij marktvorsers, stedenbouwkundigen en conceptontwikkelaars worstelen met de vraag wat er gebouwd moet worden. In de praktijk gaat het dan vooral om de prijs en de grootte van de woning. En uiteindelijk bouwen we steeds weer standaardtypes eengezinswoningen en appartementen. Kan dat niet anders?
Darinka Czischke zegt hierover dat het hele systeem is gebouwd rondom huisvesting voor het kerngezin, terwijl de samenleving veel complexer en gefragmenteerder is geworden. Voor haar is daarom het aantal te bouwen huizen niet genoeg om de wooncrisis te definiëren. Andere woonconcepten zijn nodig om te voorzien in nieuwe woonbehoeften. Darinka Czischke ziet naast de traditionele bouw gericht op één (groot of klein) huishouden nog twee hoofdcategorieën.
woningdelen
De eerste categorie klinkt het meest vertrouwd: woningdelen of shared housing. Woningdelen betekent niets anders dan een praktische overeenkomst om bepaalde ruimtes te delen, zoals studenten in een studentenhuis, of een complex met studio’s waar gemeenschappelijke ruimtes worden gedeeld.
samenhuizen
De tweede categorie omschrijft zij met het Vlaamse begrip ‘Samenhuizen’. Samenhuizen is meer dan alleen ruimtes delen. Het is een manier van leven waarbij alle bewoners van zo’n gemeenschap kiezen om meer te delen dan een dak. Czischke omschrijft samenhuizen als collectieve zelforganisatie waarmee mensen, in samenwerking met anderen, hun eigen huisvesting plannen, organiseren, bouwen en beheren. Bewoners komen geregeld samen om beslissingen over hun gedeelde ruimtes te maken, met als doel om te besparen op allerlei zaken: kosten, ruimte, hun ecologische voetafdruk, en eenzaamheid. Dat kan binnen een familie zijn, dus naast een ouders met kinderen ook broer, zus, opa, oma, enzovoort, maar ook juist individuen die anders alleen zouden wonen.
Hofwonen
Knarrenhof®voegt daar nog een derde categorie aan toe. Het Knarrenhof® positioneert zich als het alternatief voor mantelzorg. Het concept is bedacht als oplossing voor die mensen die ‘maximaal lang zelfstandig willen zijn, zonder afhankelijk te zijn van familie, vrienden of externe zorg’. Wonen in een Knarrenhof® concept biedt de mogelijkheid elkaar te helpen zonder dat men privacy of onafhankelijkheid verliest. Als je in een Knarrenhof rondloopt begrijp je dat ook. Het wonen in een hof zorgt er voor dat je elkaar ziet en ontmoet. De heggen om de tuinen zijn laag, de semi-openbare ruimtes worden door de bewoners samen beheerd. Zorgen voor elkaar is geen plicht, maar de stedenbouwkundige en architectonische opzet zorgt ervoor dat je naar elkaar omkijkt.
woonfuncties
Het zou mooi zijn als ontwikkelaars en portefeuillemanagers tot een nieuwe categorisering van woningtypes komen. Niet meer langs de lijn van prijs en grootte maar door een onderscheid te maken in de functie van de woonruimte.
Als eerste vingeroefening heb ik de hiervoor omschreven hoofdtypologieën schematisch onderscheiden. Ik hoor graag of dit aanspreekt en bruikbaar is voor goed opdrachtgeverschap. Reacties welkom.

.
Nagekomen: Swen Pollen en Paul Doevendans stelden voor om de categorieën in een kwadrant te plaatsen. Dat heeft geleid tot de volgende assen en kwadranten:


2 reacties op “Samenhuizen, eigenhuizen en andere typologieën als nieuw gereedschap voor portefeuillemanagers”
Beste Leon, ik vind een mooie aanzet.
Mijn eerste indruk is dat er ofwel een ladder- ofwel een kwadrantenmodel van te maken is. In de omschrijving van de vier vormen zie ik enkele grootheden die te plaatsen zijn op een as van individueel naar collectief: de zeggenschap en beschikking over de (woon)ruimtes, het voeren van de huishouding, en het vormen van een (zorg)gemeenschap. Die hebben ieder op zich consequenties voor de ontwerpkeuzes bij het realiseren van woningen en woonmilieus.
Vanuit ontwerpperspectief zou een laddermodel wellicht te prefereren zijn, omdat het meer creatieve ruimte laat aan de ontwerper: ‘woonproducten’ (vreselijke term overigens) kunnen een groter of kleiner bereik hebben van treden op de ladder. Maar het vereist wel dat de grootheden in één schaal te vatten zijn in een logische volgorde (zoals Maslow b.v.).
Een kwadrantenmodel werpt daarentegen juist licht op combinaties van verschillende grootheden. Daarmee wordt duidelijk welke (ontwerp)opgaven er zijn, in ieder van de combinaties van elementen.
Ik ben benieuwd welke ideeën je blog nog meer losmaakt.
Vriendelijke groet,
Swen
LikeLike
Beste Swen, bedankt voor je reactie. Goede suggesties. Het kwadrant moet ik nog op kauwen (voor de tweede as). De eerste as is helder (gemeenschappelijkheid) en kan dus in ieder geval in een ladder. Die heb ik aan de blog toegevoegd.
LikeLike