Van drijfveer naar waardepropositie

Volkshuisvesters zijn gedreven mensen met een sociaal hart. Over hun sociale intenties hoef je zelden te twijfelen. En gesprekken over hun drijfveren zijn inspirerend. Maar zodra je die wilt vertalen naar de doelstellingen van hun corporatie, ontstaat er makkelijk een wirwar van begrippen en definities.

Om misverstanden te voorkomen, zoek ik al een tijdje naar een ordenende kapstok. Dat is het ‘Social Profit Grid’ voor corporaties geworden. Het biedt niet alleen een eigentijds kader voor de waardepropositie van corporaties maar biedt ook een instrument voor de inrichting en sturing van de corporatie.

Social Profit Grid

De as van het Social Profit Grid wordt gevormd door de lijn drijfveer – missie – strategie. Langs deze as richt de corporatie haar organisatie in en formuleert haar publieke waarde. Deze publieke waarde wordt onderscheiden in een drietal waardeproposities: impact, uitkomsten en resultaat. Hieronder worden deze dimensies nader beschreven.

  • Samenleving – impact: Impact geeft aan wat een corporatie met haar woningen en diensten bijdraagt in de samenleving als geheel. Impact is vaak niet direct zichtbaar, maar werkt op de lange termijn, zoals kansgelijkheid, gezondheid, inclusie, veiligheid, samenlevingsopbouw, leefbaarheid, e.d. Impact wordt vaak gemeten op basis van de 17 sustainable development goals van de Verenigde Naties. Het zijn zaken waarvoor corporaties niet alleen kunnen zorgdragen maar wel kunnen bijdragen. Naar verwachting wordt impactmeting ook voor corporaties steeds belangrijker in haar verantwoording.
  • Belanghebbenden – uitkomsten: Belanghebbenden of stakeholders zijn organisaties die invloed ondervinden (positief of negatief) van (de uitkomsten van) het werk van de corporatie. Bij corporaties zijn deze belanghebbenden met name organisaties van huurders en woningzoekenden, gemeenten, collega-corporaties en andere maatschappelijke organisaties. Het is voor corporaties belangrijk om rekening te houden met of samen te werken met dergelijke belanghebbenden. Hun invloed kan zowel positief als negatief zijn op het verwezenlijken van het corporatiebelang.
  • Begunstigde – resultaat: De begunstigde is degene die iets ontvangt, er voordeel van heeft. Bij corporaties zijn de direct begunstigden de huurders en woningzoekenden. Zij kunnen gebruik maken van goede en betaalbare huisvesting in een leefbare omgeving.

Deze driedeling nodigt de corporatie uit om op alle drie de dimensies op een overzichtelijke wijze haar publieke waarde te formuleren en daarop te rapporteren.

Bestuurlijk grid

In het volledige ‘Social Profit Grid’ wordt het vorige plaatje uitgebreid met omgevingsfactoren. Het vormt daarmee een samenhangend volkshuisvestelijk vlechtwerk waar elk element wordt beïnvloed door andere elementen in het vlechtwerk. In zijn essentie betekent besturen van corporaties het bewaken van de samenhang en meebewegen en sturen in de maatschappelijke dynamiek.

Het woord grid is afkomstig van het Latijnse cratis (vlechtwerk). Een grid is niet hiërarchisch of een opeenvolgende keten maar een samenhangend vlechtwerk waar elk element beïnvloed wordt door andere elementen. Het is niet statisch maar dynamisch, dus altijd in beweging. In de tijd kan het uit balans raken of juist een steeds logischer en sterker vlechtwerk worden. Het ontwerp van het grid is afgeleid van het ‘social profit canvas’ dat is ontwikkeld door WHISE in samenwerking met de Tilburgse Universiteit (TIAS).

In het Social Profit Grid zijn nu drie lagen te onderscheiden. De eerste centrale laag gaat over de essentie, de betekenis van de corporatie voor zichzelf en haar omgeving (drijfveer, missie, strategie). De tweede laag gaat over de hieruit voortvloeiende publieke waarde, vertaald naar een waardepropositie van de corporatie. De derde laag wordt gevormd door buitenste ring en heeft betrekking op de organisatorische en maatschappelijke context. Deze buitenste ring wordt hieronder nader omschreven.

Organisatorische en maatschappelijke context

Aan de linker zijde van de ring staan de twee elementen ‘legitimatie’ en ‘capacity’. Samen met de al beschreven publieke waarde vormen zij de strategische driehoek van Mark Moore. Legitimatie en capacity kunnen als volgt worden omschreven.

  • Legitimatie: Dit staat voor mate waarin er maatschappelijke behoefte is aan de werkzaamheden van de corporatie en de mate waarin men dit vindt passen bij de corporatie. Integriteit, wet- en regelgeving en prestatieafspraken vormen een belangrijke rol in de legitimatie van het werk van de corporaties.
  • Capacity: Dit gaat over het vermogen van de corporatie om haar werk goed uit te voeren. Dit is onder meer afhankelijk van leiderschap, cultuur, organisatie- en innovatiekracht, beheersing en wendbaarheid, middelen en geld, efficiency en effectiviteit.

Aan de rechterkant van het grid staan positionering en verantwoording. Dit gaat over zaken die voortvloeien uit de gemaakte keuzes:

  • Positionering: Positioneren is het bepalen van een onderscheidende, relevante en geloofwaardige positie. De positionering sluit aan bij de missie. De historie, sterke punten van de corporatie en ontwikkelingen in de woningmarkt zijn meestal terug te vinden in de positionering van de corporatie.
  • Verantwoording: Transparantie is onlosmakelijk verbonden met legitimatie. Als de corporatie iets kan verantwoorden, kan dit het handelen rechtvaardigen. Het jaarverslag, de corporatiebenchmark en de visitatie vormen voorname, algemene verantwoordingsmiddelen. Omgangsvormen, communicatie en communicatieboodschappen zijn belangrijke elementen in de verantwoording.

Stuurmodel

Het Social Profit Grid nodigt bestuurders en strategen uit om bij de sturing van de corporatie alle genoemde perspectieven te betrekken en daarop te acteren. En op die manier met een brede blik te besturen.

.

Werkdocument is hier de downloaden

Verantwoording: Dit is een eerste ontwerp van het Social Profit Grid. Reacties hierop zijn welkom.